Rob de Nijs en zijn vrouw Jet kunnen sinds kort weer samen slapen, zo lezen we in Weekend.
“Dankzij een koppelbed. Dat is echt fantastisch”, licht Jet toe. “Vroeger sliepen wij boven, maar Rob kon dat niet meer. Toen hebben wij ons huis verbouwd, waarbij we beneden een slaapkamer realiseerden. Toen Rob thuiskwam na een revalidatieperiode, gingen wij beneden slapen.”
Door dit koppelbed kan het paar nu eindelijk terug bij elkaar slapen. “Mensen zeggen wel: ‘Het maakt toch niet zoveel uit? Zet je er gewoon een ander bed naast.’ Maar dat is het nou net … Dat andere bed gaat bijvoorbeeld niet mee omhoog, of de matrassen sluiten niet aan. Het gaat er juist om dat je op dezelfde hoogte ligt, dat je elkaar kunt aanraken. Dat je dichtbij elkaar kunt zijn en naar elkaar toe kunt rollen. Dat maakt het zo mooi. Zo liggen we nu gewoon in een tweepersoonsbed.”
Jet had oorspronkelijk geen idee dat dit soort bed bestond, om deze reden wil ze dan maar ook wat graag het bestaan ervan aan de wereld verkondigen. “Want er zijn zoveel voorbeelden van waar het welkom zou zijn geweest. De schoonmoeder van een vriendin van me overleed, en haar schoonvader op leeftijd had nachten naast zijn stervende vrouw in een stoel gezeten. Maar dat hoeft niet, dankzij dit bed. Huisartsen moeten daar iets actiever mee omgaan.”